Nestor Machno

Een Biografische Schets


Jeugd

Nestor Machno werd op 27 oktober 1889 geboren in het Zuidoekrainse provinciestadje Guljaj Polje als 5e en laatste kind (allen jongens) van Ivan Machno en Evdoki Perederi. Zij waren kleine, arme boeren die zich om financieel rond te komen verhuurden aan grootgrondbezitters (pomesjiki). Toen Nestor (voortaan aangeduid als Machno) 11 maanden was stierf zijn vader en zag zijn moeder zich genoodzaakt hem af te staan aan een kinderloos echtpaar. Op aandringen van haar overige zoons nam zij hem na enkele maanden terug. Deze gebeurtenis stond een goede relatie tussen Machno en zijn moeder nooit in de weg. De moeder was niet in staat haar opgroeiende zonen alleen te voeden, zodat zij al op jonge leeftijd in loondienst moesten. Machno was dit lot als 10 jarige beschoren. Een direkt gevolg was dat hij slechts minimaal onderwijs genoot. Hij werkte onder andere bij een ijzersmelterij, bij een wijnkoopman en een pomesjik. Bij deze laatste realiseerde hij zich het bestaan van sociale ongelijkheid: "Terwijl ik gekleed ging in vodden en naar paardemest stonk, paradeerden zij mooi gekleed en lekker geparfumeerd rond".

Dodencel

De revolutie van 1905 versnelde dat sociale bewustwordingsproces. Hij kwam in contact met ondergrondse revolutionaire bewegingen en sloot zich in 1906 aan bij de anarchocommunistische groepering van Guljaj Polje, omdat er "geen schoner en verhevener ideeën dan de anarchistische " waren. Na een theoretische opleiding mocht hij deelnemen aan het aktieve verzet tegen het tsaristische regime, dat zich uitte in roof, moord en brandstichting. Machno werd enkele keren opgepakt doch steeds weer vrijgelaten. De moord op de politieagent Lepetsjenko in 1909 werd hem en zijn kameraden fataal. Zij werden gearresteerd, voorgeleid en tot de strop veroordeeld. Machno bracht enkele maanden door in de dodencel "waar men zich al gedeeltelijk in het graf voelt" en zag de ene kameraad na de andere opgehangen worden. Het restje hoop op leven dat hij nog had werd ingegeven door de voorspelling van Bondarenko, een geëxecuteerde kameraad. Deze voorspelde Machno een toekomst waarin hij de zwarte banier van het anarchisme over de Oekraïne zou doen wapperen. Machno beloofde Bondarenko die voorspelling waar te maken. Het lot was hem in ieder geval gunstig: in 1911 werd zijn doodvonnis, om niet bekende redenen, omgezet in levenslange dwangarbeid, en werd hij overgebracht naar de beruchte centrale gevangenis van Moskou: de Boetirki.

De Boetirki

In deze gevangenis ontving hij zijn verdere revolutionaire scholing. Zijn mentor werd Pjotr Arsjinof, een Oekraïense anarchist die later de vriend en strijdmakker van Machno, en de ideoloog en geschiedschrijver van de Machno beweging zou worden. Machno bleek onverzadigbaar wat kennis betrof, en was daarin maniakaal. Hij was fanatiek, volhardend en weigerde zich aan te passen aan het gevangenisleven. Het was niet voor niets dat zijn medegevangenen hem de weinig vleiende bijnaam SCROMNI (de bescheidene) gaven. Deze karaktertrekken leidden er regelmatig toe dat hij eenzame opsluiting kreeg. In 1912 begon hij pamfletten te schrijven: "Laten wij in opstand komen, kameraden, en mét ons zal het volk, onder de zwarte vlag van de anarchie, revolteren". In de Boetirki kreeg hij een afkeer van linkse intellectuelen, inclusief anarchistische. Hij merkte dat zij samenwerkten met de gevangenisautoriteiten om zo speciale gunsten te verkrijgen, en leidde daaruit af dat "zo de psychologie van die intellectuelen was, die in de socialistische idee en hun militantisme slechts een middel zien de macht te grijpen". Die afkeer en dat wantrouwen zouden hem zijn hele leven bijblijven.

De Eerste Oktober

De maartrevolutie van 1917 betekende voor Machno en zijn lotgenoten de vrijheid. Na nog enige dagen in Moskou doorgebracht te hebben keerde hij terug naar Goeljaj Polje. Hier nam hij direkt de macht over van de aanhangers van de Voorlopige Regering. Hij was niet gebaat bij een burgerlijke revolutie. Hij blies de anarchocommunistische groepering nieuw leven in en zette met haar de koers uit in de richting van de sociale revolutie onder anarchistische vlag. Onder zijn leiding werden een Boerenbond, enkele sovjets en vakbonden gesticht. Hij fungeerde als sta- kingsleider en stelde zich kandidaat voor de gemeenteraad. Zijn kameraden meenden nu dat hij te bevoogdend optrad en bekritiseerden hem. Aan hun opinie liet hij zich niets gelegen liggen. Hij beschouwde zich als lid van de revolutionaire avant garde die het recht en zelfs de plicht had leidend op te treden. Hij was de leider en wist zich in die hoedanigheid gesteund door de arme en revolutionaire boeren van Goeljaj Polje. Hij handelde overeenkomstig hun wensen en verlangens en paste daar zijn opvattingen van het anarchisme bij aan.

Tussen maart en oktober 1917 ondernamen de boeren, onder bezielende leiding van Machno, hun sociale revolutie. Zij weigerden pacht te betalen, overvielen de pomesjiki en vernietigden eigendomspapieren en pachtbrieven, ontwapenden hen en de bourgeoisie, en onteigenden in en later stadium hun grond en verdeelden die onder elkaar. In de stad trachtte Machno het proletariaat aan te zetten fabrieken te onteigenen en die zelf te beheren. Bij gebrek aan een program liepen de meeste pogingen uit op een fiasco.

Ook politiek veranderde er iets. Door de ontwapening van de klassevijanden in en rond Goeljaj Polje was Machno de enige machthebber geworden. Resterende vijanden werden bestreden door het, in augustus 1917 door Machno op gerichte Comité ter Verdediging van de Revolutie. Toen in oktober 1917 de Grote Socialistische Revolutie uitbrak hadden zijn boeren die al achter de rug! Zij hadden bereikt waar zij al eeuwen naar streefden: de Volnitza, eigen land en vrijheid.

Agrarische Reactie

Na de Bolsjewistische overwinning werd de politieke situatie in de Oekraïne complexer. In november riepen de Oekraïense nationalisten in Kiev de Democratische Oekraïense Republiek uit, met de Rada als regering. Een maand later vestigden de Bolsjewisten hun regering in Kharkov. Het gevolg was een machtsstrijd waarin Machno en zijn boeren zich aan de zijde van de Bolsjewisten schaarden. De vrede van Brest Litowsk, 3 maart 1918, veranderde de situatie opnieuw, doordat Lenin de Oekraïne uitleverde aan de Centralen. Deze vrede had vier belangrijke gevolgen voor de revolutionaire boeren van de zuidelijke Oekraine: 1.De Bolsjewisten verlieten de Oekraïne om 2. plaats te maken voor de Centralen en 3. de Centralen vervingen de Rada door de marionet Skoropadsky die 4. de verjaagde Pomesjiki met zich mee bracht. Deze ontwikkelingen betekenden het einde van de Volnitza.

De Pomesjiki stelden meteen alles in het werk om hun verloren bezit terug te krijgen en ontketenden daartoe een wrede, niets en niemand ontziende strijd. Aanvankelijk werd die 'Agrarische Reactie' nauwelijks door de boeren beantwoord: de meesten keken apatisch toe. Sommigen reageerden, onafhankelijk van elkaar, wel, zo ook Nestor Machno. Op 9 april 1918 formeerde hij zijn eerste vrijkorps en trok hij ten strijde tegen de bezetters, tegen de Varta van Skoropadsky, en tegen de Pomesjiki. Mede onder zijn impuls breidde het boerenverzet zich uit zodat in de voorzomer van 1918 enkele honderden vrijkorpsen (tussen de 10 en 20 man sterk) de Oekraïne doorkruisten. In deze periode was geen sprake van anarchisme, ook niet bij Machno. Er werd een partisanenoorlog gevoerd waarin geen ruimte was voor ideologieën. Het was een jacquerie, zonder program, wreed, gewelddadig, ongeorganiseerd. Machno zag vooral die desorganisatie met lede ogen aan.

Papieren Revolutie

Op een kongres van vluchtelingen en anarchisten te Taganrog eind april 1918 werd voorgesteld een algemeen partisanenleger te formeren teneinde succesvoller te zijn in de strijd tegen de bezetters en hun marionetten. Het voorstel werd aanvaard en men besloot het plan na afloop van de oogst uit te voeren.

Machno kreeg de opdracht in die tussentijd Moskou en Petrograd te bezoeken om daar de revolutionaire stemming te peilen. In Moskou voerde hij teleurstellende gesprekken met ondermeer Arsjinof, Borovoj en Kropotkin. Hij verweet hen een papieren revolutie te maken en zich slechts bezig te houden met kibbelarijen en abstract geneuzel :"Veel praten, schrijven en van tijd tot tijd zich verwaardigen raad te geven aan de massa's, maar nooit van dichtbij, altijd van verre". Een ontmoeting met Lenin liep uit op een twistgesprek tussen een anarchist en een Bolsjewist. Lenin was wel zo vriendelijk om Machno een doorreispas te geven, opdat hij veilig thuis zou komen!

Bat'ko Machno

Bij zijn terugkeer bleek dat de Centralen het huis van zijn moeder in brand gestoken, een van zijn broers geëxecuteerd en een andere broer gearresteerd hadden. Schuldig hieraan was het Joodse garnizoen dat Guljaj Polje in zijn afwezigheid had moeten verdedigen, maar het in plaats daarvan had verraden. Zijn eerste taak nu was nu dan ook het beteugelen van het opgelaaide, maar altijd latent aanwezige, antisemitisme. Vervolgens slaagde hij erin Guljaj Polje te heroveren. Zijn voornaamste taak was echter het organiseren van een geregeld, gedisciplineerd partisanenleger.

In augustus 1918 legde hij met zijn vrijkorps de basis voor dat leger, en toen was ook al duidelijk dat alleen hij in aanmerking kwam dat leger te leiden. Machno werd het middelpunt van het boerenverzet, en in september 1918 werd hij met de koosnaam Bat'ko (vadertje) tot hun leider, tot hun volkstsaar' gekroond'. Voor de boeren was hij de wreker en verlosser van het geknechte volk, en de voorspelde opvolger van die andere volkstsaar, Poegatsjof.

En zoals de beweging rond Poegatsjof zijn naam adopteerde, zo nam de beweging rond Machno zijn naam aan: de Machnovstsjina. Het is zeer waarschijnlijk dat Machno zich van zijn rol en missie bewust was, en als dusdanig optrad. Aan de ene kant autoritair tot dictatoriaal, aan de andere kant 'aan het volk toebehorend': "De Bat'ko behoort ons", vertelden de boeren," hij versmaadt niet een borrel met ons te drinken. Een goede redevoering kan hij ook houden, en bij de aanval is hij een der eersten".

De Zwarte Vlag van de Anarchie

De nederlaag van de Centralen veranderde de politieke en sociale situatie voor de derde keer binnen een jaar. In Kiev grepen de nationalisten de macht en in Kharkov vormden de Bolsjewisten een tegenregering. De Donkozakken poogden een eigen republiek te vestigen en tsaristische generaals formeerden Vrijwilligerlegers om heel Rusland te heroveren. Begin 1919 werd de Oekraïne het slagveld van vier elkaar bestrijdende partijen met tussendoor talloze avonturistische vrijkorpsen die van de ene naar de andere partij overliepen en met diverse 'Groene' vrijkorpsen. De Machnovstsjina vormde in die burgeroorlog het vijfde machtsblok. Machno had ondertussen het accent van zijn strijd verschoven. Het partisanenleger, 20.000 man sterk in februari 1919, moest in dienst staan van de sociale revolutie en de verworvenheden verdedigen van de boeren. Van december 1918 tot juni 1919 had Machno de mogelijkheid een libertaire samenleving op te bouwen. Hij riep de boeren en arbeiders op hun leven in eigen hand te nemen en te vechten voor een vrij leven: "Leef in vrijheid of ga strijdend ten onder". Er werden regionale kongressen georganiseerd die de leidinggevende organen werden. De sovjets werd nieuw leven ingeblazen, en weer werd getracht boerencommunes te stichten. De opbouw van de libertaire samenleving bleef echter in goede bedoelingen steken. In de steden was de boerenbeweging weer niet in staat het proletariaat aan zich te binden. De zwarte vlag van de anarchie hing voornamelijk boven het Zuidoekrainse platteland, waar, aldus Voline, 7.000.000 mensen leefden.

De vraag is of de zwarte vlag de lading dekte. Machno en hem omringende theoretici als Arsjinof, Voline en Baron, overschatten het revolutionaire bewustzijn van de boeren. De meeste aanhangers van Machno waren arme, niet revolutionaire boeren die niets zagen in landbouwcommunes of andere vormen van kollektieven. Zij zagen onder andere, dus niet uitsluitend, in de Machnovstsjina een mogelijkheid hun verlangen naar vrijheid en een eigen stuk grond te verwezenlijken, en namen daarbij zijn anarchisme op de koop toe. Een meerderheid liep geregeld over naar een vijand, zeker wanneer die leek te gaan zegevieren of van plan was de boeren tegemoet te komen in hun eisen. Zij zullen in dat overlopen gesterkt zijn door Machno, die tot driemaal toe een akkoord sloot met de Bolsjewisten.

Volksleger

De libertaire samenleving in opbouw werd verdedigd door het revolutionaire opstandelingenleger. Officieel was het ondergeschikt aan de kongressen, formeel was de leiding in handen van de Revolutionaire Militaire Raad, maar in de praktijk had Machno de touwtjes strak in handen. Hij koos zijn stafleden, hij bepaalde de strategie en de taktiek. Het leger bestond uit, voor en door het volk, en werd door het volk op allerlei manieren gesteund. Met die steun en met zijn kennis van het terrein was Machno in staat een perfekte guerrillastrijd te voeren. Hij was een militair natuurtalent waarvoor zelfs zijn tegenstanders grote bewondering hadden. Zoals in het dagelijkse leven toonde hij zich op het slagveld fanatiek, maniakaal en moedig, soms overmoedig. De ironie van de geschiedenis wil dat hij, dankzij zijn talent, de Bolsjewisten van een dreigende nederlaag redde door de Witte generaal Denikin de beslissende slag toe te brengen, zoals Berkman niet ten onrechte stelt.

Idealisme en Realisme

Ondanks zijn militaire genius redde Machno het niet. Daarvoor is een aantal oorzaken aan te geven. Hij verloor de steun van het volk, dat al murw was gemaakt door de 7 jaren durende oorlog. Het volk had zijn vertrouwen in Machno verloren: hij bleek niet de verlosser te zijn die zij hadden gedacht. Vooral in 1921 wendden de boeren zich massaal af van de Machnovstsjina, onder meer als gevolg van Lenin's Nieuwe Economische Politiek. Zoals al gememoreerd overschatte Machno het revolutionaire bewustzijn van de boeren en de arbeiders. Zijn militarisme en realisme zorgden voor een breuk met de sympatiserende anarchisten. Hij was te idealistisch voor de boeren, en niet idealistisch genoeg voor de anarchisten. Bovendien is het zeer waarschijnlijk dat het juist het bondgenootschap tussen boerenverzet en anarchisme was waardoor Lenin gedwongen werd harder, feller en sneller op te treden. De militaire overmacht van de Bolsjewisten gaf de Machnovstsjina de genadeklap: vanaf mei 1921 stond 1 opstandige boer tegenover 1000 Rode soldaten.

Realpolitiker

Arsjinof geeft een zeer interessante oorzaak van de ondergang van de Machnovstsjina aan: Machno zelf. Volgens hem, en anderen, ontbrak het Machno aan theoretische kennis en had hij te weinig historische en politieke vooropleiding. In feite vraagt Arsjinof zich af of Machno wel de juiste man op de juiste plaats was, en stelt hij dat anderen meer kans op succes gehad zouden hebben. Ik twijfel aan dat laatste oordeel. Machno lag ten grondslag aan het boerenverzet zoals zich dat manifesteerde, inclusief de libertaire tendenzen. Zonder Machno zou er geen Machnovstsjina geweest zijn! Een belangrijk argument voor deze stelling is dat er in heel Rusland in de periode van de burgeroorlog geen gelijkaardige beweging was.

Even interessant is de, nog door niemand gestelde vraag, of Machno ten allen tijde in staat was leiding te geven. Mijn antwoord luidt ontkennend. Regelmatig werd hij licht tot zwaar gewond van het slagveld gedragen. Hij heeft minimaal een keer op het punt gestaan zelfmoord te plegen tengevolge van een zenuwinzinking: Arsjinof geeft aan dat Machno op kritieke ogenblikken labiel werd. Hij heeft minimaal zes weken in coma gelegen als gevolg van tyfus, en hij moet last gehad hebben van zijn in de Boetirki opgelopen tuberculose. De vraag is in hoeverre zijn besluitvorming beïnvloed werd door zijn bij tijden zwakke geestelijke en lichamelijke gezondheid. Een bijkomende vraag is hoe de pijn onderdrukt werd en wat daarvan de gevolgen waren!

Ook bij Machno's anarchisme kunnen vraagtekens gezet worden. Zijn enigszins geschoolde anarchisme ging gepaard aan pragmatisme en opportunisme, en vaak hadden de laatste twee de overhand. Hij was een Realpolitiker, getuige zijn uitspraak "Het recht op vrijheid en onafhankelijkheid zit, zo schijnt het, in de kanonnen en mitrailleurs van de sterksten. Wees dus zo sterk, kameraden!" Machno's doel was de bevrijding van de werkende massa, en dat doel heiligde alle middelen. Juist vanwege dat non-conformisme was Machno de enige anarchist die een belangrijke rol speelde in de Russische Revolutie.

In Ballingschap (in voorbereiding).


Source: Nestor Machno, een anarchist tijdens de Russische Revolutie

Return to The Nestor Makhno Archive

Other pages connected to this site:

Anarchist Groups & Organizations

An Anarchist Reader

L@ Pagin@ di nestor mcnab